Ombouw Nokia RD40 voor de 70 cm radioamateurband

Deze pagina beschrijft hoe de ombouw van de Nokia RD40 werd uitgevoerd door PE1BVU. Deze handleiding maakt gebruik van de diverse publicaties over dit onderwerp, welke in de praktijk geen van allen een totaaloplossing bleken te bieden. Gebleken is dat van deze transceiver erg weinig documentatie te vinden is, hetgeen ertoe leidt dat van de echte ouderwetse HAM-radio experimenteerlust gebruik is gemaakt. De bedoeling is om op pragmatische wijze een goedkope en vooral goed bruikbare HAM-transceiver te creëren. Beschreven wordt hoe 5 kanalen die oorspronkelijk bedoeld zijn voor “kort verkeer” tussen mobilofoons onderling, (zonder tussenkomst van een trunking basisstation) kunnen worden geprogrammeerd en gebruikt.

Inleiding

De Nokia RD40 is een UHF trunked radio uit de R40 serie. Er bestaan de volgende uitvoeringen:

Model TX power Band
RC40 25 W 150 Mhz
RC40 25 W 230 Mhz
RD40 25 W 450 Mhz

Aansluiten

Minimaal is het nodig een spanningsbron, luidspreker en microfoon met ptt-schakelaar aan te kunnen sluiten. Voor diegenen die niet de beschikking hebben over de originele aansluitmaterialen volgt hier een aansluitschema van de 44 polige D-connector op de achterzijde van de transceiver:

RD40-ConnectorHarnessDiagram

Ombouw

De RD40 bestaat uit twee delen: de zendontvanger en het bediendeel CU43. Programmeren van de transceiver is mogelijk door middel van een speciaal servicebediendeel, de CU43PROG, welke duidelijk herkenbaar is aan de rode kleur van de behuizing.

image001

Met dit servicebediendeel kunnen de meeste parameters van de transceiver in het veld worden ingesteld, maar belangrijke parameters zoals de netwerkgegevens en stations-ID kan alleen door middel van speciale software en een computer gewijzigd worden. Dit softwarepakket van Nokia (‘Aman’) is beschermd door middel van een Sentinel parallelpoortdongle en wordt niet verder beschreven op deze pagina.

image003

Het is op eenvoudige wijze mogelijk het standaard bediendeel om te bouwen naar een CU43PROG service bediendeel.

1. Nokia CU43 bediendeel en verwijderen van de CU43 van de RD40

image005

Volg onderstaande instructies. Let op: gebruik een muntstuk in plaats van een schroevendraaier om de beugel te unlocken!

image007

2. Ombouw CU43 naar CU43PROG.

Om het standaard bediendeel als servicebediendeel te kunnen gebruiken dient een geprogrammeerde EEPROM van het type 24C02 (IC260) een een weerstand van 100K (R260) geplaatst te worden. De print is bedoeld voor SMD montage, maar er kan evengoed gebruik gemaakt worden van een normale DIL-behuizing en een 1/8 watt weerstand.

De 24C02 moet voorzien worden van data dmv. een programmer en dient de volgende code te bevatten:

Offset(h)  00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 0A 0B 0C 0D 0E 0F
 00000000  3A 01 F0 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00  :.ð.............
 00000010  00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00  ................
 00000020  00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00  ................
 00000030  00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00  ................
 00000040  00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00  ................
 00000050  00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00  ................
 00000060  00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00  ................
 00000070  00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00  ................
 00000080  00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00  ................
 00000090  00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00  ................
 000000A0  00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00  ................
 000000B0  00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00  ................
 000000C0  00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00  ................
 000000D0  00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00  ................
 000000E0  00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00  ................
 000000F0  00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00  ................ 

(De eerste 3 bytes: 3A 01 F0, de rest 00).

De eerste drie byte’s omvatten de eigenlijke code die nodig is om de RD40 in de servicemode te brengen, de rest van de EEPROM is gevuld met ’00’.

Programmer

Het is mogelijk een eenvoudige programmer te bouwen voor de 24C02. Slechts een handvol onderdelen en een stukje software zijn hiervoor nodig. Vanwege de eenvoud hieronder het schema en wat links voor de benodigde bestanden:

24C02-programmer

Als een SMD-chip voorhanden is dan dient deze als volgt geplaatst te worden:

image008

Bij het toepassen van conventionele componenten dient de 24C02 met een stukje dubbelzijdig kleefband bevestigd te worden en kan deze door middel van stukjes geëmailleerd koperdraad (wikkeldraad 0,3 mm) op de printplaat worden aangesloten. Verbind de pennen 1 t/m 4 met elkaar door en soldeer het uiteinde van deze draad aan pen 4 van de ic-voet op de printplaat. Soldeer vervolgens stukjes draad tussen pen 8 van het ic en pen 8 van de print, pen 7 van het ic en pen 7 van de print, pen 6 van het ic en pen 6 van de print en tenslotte pen 5 van het ic en pen 5 van de print. Bevestig vervolgens de weerstand van 100K. Zie hiervoor de figuur hieronder:

image010

Noot:

De 24C02 EEPROM (IC260) is een I2C device met een capaciteit van 2048 bytes. De geheugen indeling is 8 blokken van 256 bytes, adresseerbaar dmv. 3 address pins 1 t/m 3 (a0…a2). In de Nokia CU43PROG wordt alleen het laagste blok gebruikt, de pennen 1 t/m 3 liggen aan massa. Pen 7 van de 24C02 is een zogenaamde WriteProtect aansluiting die uitsluitend bij het type FM24C03U toegepast wordt. Deze pen wordt dmv R608 (560 Ohm) naar massa getrokken, of met R260 (100 K) naar +5 Volt. Als pen 7 Hoog is, dan kan niet in de bovenste 1 Kbyte van het geheugen worden geschreven. Als de pen Laag is, dan kan over het gehele 2 Kbyte geheugen gebied worden geschreven en gelezen. Pen 7 heeft een interne pull-down weerstand, het wordt echter aanbevolen als de schrijfbeveiliging niet toegepast wordt deze pen aan massa te leggen, oftewel R608 te plaatsen en R260 te verwijderen.

image012

Tip:

Bedraad een 24C02 volgens onderstaand schema, en verbind deze met slechts 4 draadjes met de eilandjes bedoeld voor IC260. Plak het IC vast met dubbelzijdig kleefband. Simpel en netjes. Werkt net zo goed!

image014

Voor deze laatste schakeling kan eventueel een klein printje worden ge-etst voor meer mechanische stabiliteit en een nettere opbouw. Een voorbeeld van een printontwerp is in onderstaande afbeelding te vinden:

24c02-print

De ombouw van de CU43 naar CU43PROG is hiermee voltooid. Bouw nu de print terug in de behuizing en sluit deze.

3. Plaatsen van de CU43 op de RD40.

Volg onderstaande instructies. Let op: gebruik een muntstuk in plaats van een schroevendraaier om de beugel te locken!

image016

4. Afregelprocedure van de Nokia RD40 transceiver voor de 70cm HAM band

Als de CU43PROG op de transceiver geplaatst is, schakel deze dan in door het ingedrukt houden van de ‘PWR’ toets tot de tekst ‘Self test’ verschijnt (circa 4 seconden).

De transceiver komt nu in de service modus en toont een aantal parameters op het beeldscherm:

image018

Op de eerste regel worden de volgende parameters getoond:

1 Het ingestelde kanaalraster. 0=25 KHz, 1=12,5 KHz
448 Het kanaalnummer in het trunkingnet
04800 Het deeltal voor de RX-synthesizer
43000000 De ingestelde RX-frequentie (in dit geval 430,000 MHz)

Op de tweede regel wordt getoond:
rsl Indicatie van de signaalsterkte van het RX-antennesignaal

Op de derde regel wordt getoond:
065 De gemeten „rsl“ waarde (tussen 0 en 255)

Zodra de PTT schakelaar wordt ingedrukt, worden op de eerste regel de zend-parameters getoond. de middelste en onderste regel worden gebruikt voor het tonen van ingevoerde waarden en reslultaten van de tests. Als een test geactiveerd wordt dan zal het bijbehorende test-nummer geheel rechts op de middelste regel worden getoond.

Noot:
In de service-modus is de transceiver als volgt ingesteld:

  •  audiofrequency (handset lijn) connected
  • Luidspreker uitgeschakeld (mute)
  • Luidspreker volume in laagste stand (level 0)
  • Ontvanger op standaard kanaal (midden van de band)
  • Zender activeren dmv PTT schakelaar
  • Zendvermogen is ingesteld op Laag
  • De watchdog schakeling is uitgeschakeld

4.1. Invoeren van 3 ijkfrequenties (laag, midden, hoog)

  • Toets in: 1043000000
    OK
    Display: 1043000000
  • Toets in: 1143500000
    OK
    Display: 1143500000
  • Toets in: 1244000000
    OK
    Display: 1244000000

4.1.1. Controleer de ingevoerde waarden

  • Toets in: 10
    OK
    Display: 43000000
  • Toets in: 11
    OK
    Display: 43500000
  • Toets in: 12
    OK
    Display: 44000000

Uitleg:
In de NV-RAM zijn nu de bandgrenzen (laagste frequentie 430.0 MHz, hoogste frequentie 440.0 MHz) en het midden van de band (435.0 MHz) vastgelegd.

4.2. Instellen Simplex/Duplex (uitschakelen van de 10 MHz shift)

  • Toets in: 16200000
    OK
    Display: 16200000

Betekenis test #16:
16 x1 x2 x3 x4 x5 x6

x1 1=semiduplex 2=simplex (TX/RX op één frequentie)
x2 0=TX frequentie bevindt zich ONDER de RX frequentie
1=TX frequentie bevindt zich BOVEN de RX frequentie
x3..6: Shift frequentie in MHz
Shift frequentie in MHz

4.3. Instellen synthesizer werkgebied en stap grootte

  • Toets in: 151
    OK
  • Toets in: 155
    OK

Betekenis test #15:

151 12.5 KHz
153 153=25.0 KHz stap grootte
154 C-Band (160 MHz en 230 MHz)
155 155=D-Band (450 MHz en 500 MHz)

Beide parameters zijn tegelijkertijd in NV-RAM vastgelegd.

4.4. Instellen transceiver frequentieband

  • Toets in: 18164000
    OK
  • Toets in: 18271200
    OK

Betekenis test #18:

Frequentieband C: (160 MHz)
18122080 voor TX
18229280 voor RX

Frequentieband C: (220 MHz)
18135200 voor TX
18228000 voor RX

Frequentieband D: (400 MHz)
18164000 voor TX
18271200 voor RX

Frequentieband D: (470 MHz)
18175200 voor TX
18282400 voor RX

De frequentieband instelling wordt vastgelegd in NV-RAM.

4.5 Controleren en afregelen RX en TX VCO.

Voorbereiden

  • Gebruik een CU43PROG service-mode bediendeel
  • Sluit de RD40 aan op een dummyload-wattmeter
  • Gebruik een digitale universeelmeten (impendantie > 1 MOhm)
  • Gebruik en portofoon als controlemiddel

Procedure

  • Zet de RD40 in servicemode
  • Stel de laagste werkfrequentie in op 430 MHz (104300000 OK)
  • Zet de luidspreker aan voor controle (41 OK)

image017

RX-VCO

  • Meet de spanning op TP9. Deze moet 2.2….4.0 volt zijn.
  • Als deze spanning buiten deze range valt dan van kring ML3 het  éérstvolgende
    open geboorde gaatje weer met massa verbinden door er een stukje draad in te
    solderen.
  • Zet de luidspreker uit (42 OK)

Noot:
Normaal gesproken moet de RD40-S11G-A3/A4 op 430 MHz spontaan

ontvangen. Het komt voor dat de RX-VCO hóóg in de band (440 MHz)
afslaat.

image019

TX-VCO

  • Stel de laagste werkfrequentie in op 430 MHz (104300000 OK)
  • Meet de spanning op TP1. Deze moet 2.0….4.0 volt zijn.
  • Stel de hoogste werkfrequentie in op 440 MHz (124400000 OK)
  • Meet de spanning op TP1. Deze mag max. 12.0 volt zijn.
    Een hogere spanning (ca 16.0 volt) duidt er op dat de TX-VCO niet lockt.
  • Als deze spanning buiten deze range valt dan moet van kring ML24 een
    ander boorgat doorverbinden worden. Meestal is dit het derde of vierde
    boorgat vanaf het uiteinde van het spoor.

image023

Noot:

  • Gebruik voor de metingen een digitale universeelmeter met een impendantie
    van minstens 1 MOhm.
  • Bij het solderen van een opengeboord gat opletten dat een kort stukje draad
    door het gaatje heen gestoken wordt zodat contact met het spoor aan de
    andere zijde van de print mogelijk is. (De doormetalisering van het gat is
    vaak weggeboord). Laat het soldeertin dmv een soldeerbout met fijne spits
    en voldoende vermogen (50 watt) goed in het gat vloeien. Bij twijfel
    de RF-print uit de behuizing halen en controleren!

Controle

  • Zet de luidspreker aan voor controle (41 OK)
  • Stel de laagste werkfrequentie in op 430 MHz (104300000 OK)
  • Controleer dmv de portofoon of zowel de TX als RX op 430 MHz werkt
  • Stel de middelste werkfrequentie in op 435 MHz (114350000 OK)
  • Controleer dmv de portofoon of zowel de TX als RX op 435 MHz werkt
  • Stel de hoogste werkfrequentie in op 440 MHz (124400000 OK)
  • Controleer dmv de portofoon of zowel de TX als RX op 440 MHz werkt
  • Zet de luidspreker uit (42 OK)

4.6. Afregelen uitgangsvermogen van de zender

Voorbereiden

Sluit een RF-Wattmeter  / Dummyload aan op de transceiver

Procedure

De zender wordt op elk van de drie ijkfrequenties ingesteld op 3 verschillende zendvermogens.

Test 200 Zender uitschakelen
Test 201 Zender op 1e vermogensniveau (LAAG, 1 Watt)
Test 202 Zender op 2e vermogensniveau (SIMPLEX, 5 Watt)
Test 203  Zender op 3e vermogensniveau (HOOG, 15 Watt)

Het instellen van de zendvermogens geschiedt door middel van de pijl-omhoog/omlaag toets en wordt in deze beschrijving aangeduid met “up/dwn”.

A) 430.0 MHz

  • Toets in: 10
    OK
    201
    OK – De zender schakelt in
    up/dwn – Stel zendvermogen in op 1 watt
    FNC
    STO
  • Toets in: 202
    OK – De zender schakelt in
    up/dwn – Stel zendvermogen in op 5 watt
    FNC
    STO
  • Toets in: 203
    OK – De zender schakelt in
    up/dwn – Stel zendvermogen in op 15 watt
    FNC
    STO
  • Toets in: – 200
    OK – De zender schakelt uit
    *

B) 435.0 MHz

  • Toets in: 11
    OK
    201
    OK – De zender schakelt in
    up/dwn – Stel zendvermogen in op 1 watt
    FNC
    STO
  • Toets in: – 202
    OK – De zender schakelt in
    up/dwn – Stel zendvermogen in op 5 watt
    FNC
    STO
  • Toets in: – 203
    OK – De zender schakelt in
    up/dwn – Stel zendvermogen in op 15 watt
    FNC
    STO
  • Toets in: – 200
    OK – De zender schakelt uit
    *

C) 440.0 MHz

  • Toets in: 12
    OK
    201
    OK – De zender schakelt in
    up/dwn – Stel zendvermogen in op 1 watt
    FNC
    STO
  • Toets in: 202
    OK – De zender schakelt in
    up/dwn – Stel zendvermogen in op 5 watt
    FNC
    STO
  • Toets in: 203
    OK – De zender schakelt in
    up/dwn – Stel zendvermogen in op 15 watt
    FNC
    STO
  • Toets in: 200
    OK – De zender schakelt uit
    *

De ingestelde zendvermogens worden vastgelegd in NV-RAM.

4.7. Afregelen van de ontvangergevoeligheid

Voorbereiden

  • Verbind een RF-Generator met de antenne-ingang van de transceiver en stem deze af
    op de laagste  in gebruik zijnde frequentie (430.0 MHz).
  • Stel het uitgangsvermogen van de RF-Generator in op -60dBm.
  • Stel de RF-Generator in op FM-modulatie (1000 Hz toon, 1.5 KHz zwaai voor
    12.5 KHz raster)

1) Afregelen van de discriminator

  • Toets 10 OK (stemt de ontvanger af op laagste ijkfrequentie  (430.0 MHz)
  • Verbind een AC-Multimeter met de LSP aansluiting
  • Schakel de luidspreker in met 41 OK
  • Regel detector-spoel L303 op de RF-Printplaat af op maximaal audiosignaal
  • Schakel de luidspreker uit met 42 OK

2) Instellen van de ontvangergevoeligheid over de hele in gebruik zijnde
frequentieband (430-440 MHz)

  • a) Toets 36 OK
  • b) Handmatig: gebruik up/down om op maximale rsl-waarde af te stemmen
  • toets OK

óf

  • Automatisch:  Toets 2 x snel OK. De processor stemt nu automatisch maximaal
    af. (Duurt ca 5 seconden)
  • c) Toets RCL voor de volgende meetfrequentie (de eerstvolgende frequentie is
    1.5 MHz hoger (431.5 MHz), daarna steeds 1 MHz hoger)
  • d) Stem de RF-Generator op deze meetfrequentie af
  • e) Herhaal vanaf stap b) totdat het gewenste bandeinde bereikt is (440.5 MHz)
  • f) Toets FCN STO om de instellingen vast te leggen in NV-RAM
  • g) Sluit af met *

Noot:

Als geen RF-Generator voorhanden is kan voor een grove afregeling een portofoon welke is ingesteld op laag vermogen en is aangesloten op een dummy-load worden gebruikt. Sluit de antenne-ingang van de RD40 ook af met een dummy-load en plaats de portofoon op een dusdanige afstand dat enige ruis op het signaal hoorbaar is. Probeer de afstand tijdens alle afregelpunten gelijk te houden.

4.7a Instellen Squelch drempel- en gevoeligheid

  • instellen squelch open delay:
    31
    OK
    zet waarde op ’00’ met up/dwn toets
    FNC
    STO
    *
  • instellen squelch close delay
    32
    OK
    set value tozet waarde op ’00’ met up/dwn toets
    FNC
    STO
    *
  • instellen squelch open treshold
    33
    OK
    zet waarde op ‘121’ met up/dwn toets
    FNC
    STO
    *
  • instellen squelch close treshold
    34
    OK
    zet waarde op ‘118’ met up/dwn toets
    FNC
    STO
    *

4.8 Bijzondere instellingen 

Om de transceiver als HAM-transceiver te gebruiken op de 5 simplexkanalen zijn een aantal bijzondere instellingen noodzakelijk:

TEST 703 – MS-MODE: Moet op 000 staan om namen te programmeren!

128     64      32      16      8        4        2        1        decimal value
 7       6       5       4      3        2        1        0        bit
bit 7 - Site changing allowed when over L2
bit 6 - Test display in use
bit 5 - STF-bit not checked when receiving data
bit 4 - Alpha mode off during data message sending
bit 3 - Short code memory writing disabled <- moet 0 zijn om namen te programmeren!
bit 2 - Application login in use
bit 1 - Factory test only
bit 0 - Special character in use

TEST 759 – Zendtijd begrenzing

70
OK
1234
FCN
STO

759
OK
000
FCN
STO
*

TEST 702 – Telphone disable data

128     64      32      16      8        4        2        1        decimal value
 7       6       5       4       3        2        1        0        bit
Bit 7 - Programming of additional group call number limited
Bit 6 - executive call limited
Bit 5 - 15 sec delay in call transfer to the pager (0=no delay)
Bit 4 - group calls limited
Bit 3 - call to a public telephone network limited
Bit 2 - Alert tone selection (AC=0, MPT(ESI)=1)
Bit 1 - Registration when power switched off is in use
Bit 0 - disable write of abbreviated dialling, only calls to abbreviated numbers
 are allowed (status sending is NOT limited)

Setting: override all telephone disable settings

  • Bring cu34prog in service mode by pressing “Power-key” until “self test” is on display
  • Go into parameter settings menu:
    70
    OK
    1234
    FNC
    STO
  • Select parameter 702:
    702
    OK
  • Change value to “000” and save it:
    000
    FNC
    STO
  • Leave settings menu:
    *

4.9 Programmeren van 5 simplex kanalen

Gebruik het bestand ‘RD40_Calc_Rekenblad.xls‘. Vul in de groene velden 5 frequentie’s in. In de kolom Freqientie geeft u de ontvangstfrequentie, in de kolom Shift geeft u 0,0 voor een simplexkanaal of de shift in MHz voor een repeatershift.

Nr Frequentie RX TX Shift Label
1 430,5375 4886 4886 0,0 SIMP PG540 HAARLEM
2 438,7750 6204 4988 -7,6 RPTR PA0BDC HAARLEM
3 430,2000 4832 5088 1,6 RPTR PI2ASD AMSTERDAM
4 430,2875 4846 5102 1,6 RPTR PI2FLD ALMERE
5 435,5250 5684 5684 0,0 SIMP HOME 70CM AMSTERDAM

In de gele kolommen RX en TX verschijnen nu de deeltallen voor de RX en TX VCO.
Nu gaan we de 5 kanalen in het geheugen van de RD40 programmeren:

a) service mode: parameter configuratie

  • Toets in:  70
    OK
  • Display: Parameters Programming
    1234
    FCN
    STO
  • Display:  Parameter configuration

b) 1e kanaal programmeren

  • Toets in: 030
    OK
    4886
    FCN
    STO
  • Display: RX 4886
    4886
    FCN
    STO
  • Display: TX 4886

c) 2e kanaal programmeren

  • Toets in: 031
    OK
    6204
    FCN
    STO
  • Display: RX 6204
    4988
    FCN
    STO
  • Display: TX 4988

d) 3e kanaal programmeren

  • Toets in: 032
    OK
    4832
    FCN
    STO
  • Display: RX 4832
    5088
    FCN
    STO
  • Display: TX 5088

e) 4e kanaal programmeren

  • Toets in: 033
    OK
    4846
    FCN
    STO
  • Display: RX 4846
    5102
    FCN
    STO
  • Display: TX 5102

f) 5e kanaal programmeren

  • Toets in: 034
    OK
    5684
    FCN
    STO
  • Display: RX 5684
    5684
    FCN
    STO
  • Display: TX 5684
  • Toets: *

Schakel de transceiver nu uit met de PWR toets, wacht 5 sec. En schakel de transceiver in om de geprogrammeerde kanalen te controleren en te voorzien van een tekst-label.

Noot:
Er is voor het berekenen van de deeltallen ook een handig tooltje beschikbaar. De gewenste frequentie’s kunnen na elkaar worden ingevoerd, waarbij het programma de deeltallen berekent. Indien gewenst kan de uitkomst van alle ingevoerde frequentie’s in een tekstbestand worden opgeslagen. De software is ontwikkeld door PE1BVU en is freeware.

Download het programma hier, bewaar het zipbestand in een map naar keuze. In het zipbestand zit het programma. 

Schermafdruk:

RD40Calc

5.0 Invoeren van tekst-label voor de 5 simplex kanalen

Elk van de geprogrammeerde kanalen kan worden voorzien van een tekstlabel. Op deze manier is bij het afstemmen op een werkkanaal makkelijk te zien welk kanaal gekozen wordt.

  • Schakel de transceiver op de normale wijze in met de PWR toets
  • Kies het 1e werkkanaal door in te toetsen: *55*001#
  • Druk kort op de PTT toets van de microfoon
  • Toets in: *55*001
  • Toets in: FCN
  • Toets in: STO
  • Vul bij Naam: de gewenste alfanumerieke waarde in
  • ga met up/dwn naar Bewaren: en zet de waarde op 1
  • Toets: OK
  • Wacht enkele tellen tot de gegevens verwerkt zijn en de ingestelde waarde op het display getoond wordt.
  • Kies het 2e werkkanaal door in te toetsen: *55*002#
  • Druk kort op de PTT toets van de microfoon
  • Toets in: *55*002
  • Toets in: FCN
  • Toets in: STO
  • Vul bij Naam: de gewenste alfanumerieke waarde in
  • ga met up/dwn naar Bewaren: en zet de waarde op 2
  • Toets: OK
  • Wacht enkele tellen tot de gegevens verwerkt zijn en de ingestelde waarde op het display getoond wordt.
  • Kies het 3e werkkanaal door in te toetsen: *55*003#
  • Druk kort op de PTT toets van de microfoon
  • Toets in: *55*003
  • Toets in: FCN
  • Toets in: STO
  • Vul bij Naam: de gewenste alfanumerieke waarde in
  • ga met up/dwn naar Bewaren: en zet de waarde op 3
  • Toets: OK
  • Wacht enkele tellen tot de gegevens verwerkt zijn en de ingestelde waarde op het display getoond wordt.
  • Kies het 4e werkkanaal door in te toetsen: *55*004#
  • Druk kort op de PTT toets van de microfoon
  • Toets in: *55*004
  • Toets in: FCN
  • Toets in: STO
  • Vul bij Naam: de gewenste alfanumerieke waarde in
  • ga met up/dwn naar Bewaren: en zet de waarde op 4
  • Toets: OK
  • Wacht enkele tellen tot de gegevens verwerkt zijn en de ingestelde waarde op het display getoond wordt.
  • Kies het 5e werkkanaal door in te toetsen: *55*005#
  • Druk kort op de PTT toets van de microfoon
  • Toets in: *55*005
  • Toets in: FCN
  • Toets in: STO
  • Vul bij Naam: de gewenste alfanumerieke waarde in
  • ga met up/dwn naar Bewaren: en zet de waarde op 5
  • Toets: OK
  • Wacht enkele tellen tot de gegevens verwerkt zijn en de ingestelde waarde op het display getoond wordt.

Oproepen van de ingestelde kanalen is mogelijk door indrukken van de RCL toets en vervolgens met de up/dwn toets door de kanalen te bladeren. Het gewenste kanaal wordt dan geactiveerd door indrukken van # gewolgd door kort op de PTT toets van de microfoon te drukken.

Probleemoplossing bij foutmeldingen

Als de interne NV-Ram accu leeg is dan verschijnen op het display een aantal foutmeldingen bij het opstarten. Deze meldingen worden ook getoond als een CU43PROG service-head is geplaatst en de set in service mode wordt gestart. De transceiver dient dan eerst terug gezet te worden in fabrieksinstelling door vanuit het ROM-geheugen een aantal standaardinstellingen over te brengen naar het NV-Ram geheugen. Hieronder een kort schema hoe te handelen:

  • Repareer eerst de foutieve batterij
  • Plaats een CU43PROG service-head en start de set in servicemode door de
    “PWR” toets ca 4 sec. vast te houden (totdat “Self test” op het display verschijnt).
  • Wacht tot alle foutmeldingen gegeven zijn.
  • Voer nu achtereenvolgens de volgende opdrachten uit vanaf het toetsenbord van de RD40:

TEST 18 instellen van de frequentieband van de transceiver
18164000 OK
18271200 OK

TEST 16 Transceiver instellen voor Simplex (geen shift)
16200000 OK

TEST 15 Instellen kanaalstap en frequentieband van de synthesizer
151 OK
155 OK

TEST 17 kopieer standaard afsteminstellingen van EPROM naar NV-RAM
172 OK
173 OK

TEST 19 copieer standaardinstellingen voor RX-frontend en TX-power settings van EPROM naar NV-RAM
190002 OK

TEST 10 Instellen laagste bandgrens frequentie
1043000000 OK

TEST 11 Instellen midden band frequentie
1143500000 OK

TEST 12 Instellen bovenste bandgrens frequentie
1244000000 OK

De transceiver is nu voorbereid om geprogrammeerd en afgeregeld te worden.
Controleer of de NV-batterij werkt door de set af te koppelen van de voedingsspanning, enkele uren te wachten en de set weer aan te sluiten. Bij het opstarten mogen nu geen foutmeldingen meer op het displaay verschijnen, en de ingestelde parameters zoals TEST 10,11,12 (bandgrenzen) moeten in de service-modus bewaard zijn gebleven.

Hieronder nog een aantal foto’s van de RF-print (gedemonteerd), en een foto van het display van de RD40 ná de ombouw…

 

Downloads:

+ Documentatie
|--+  Haarlem.540groep
|  |---  540groep_foto.bmp
|  |---  540groep_pa0bdc.jpg
|  |---  540groep_tips.bmp
|  |---  basic programeren v1.0.xls
|  |---  basic_programeren_V1.0.xls
|  |---  basic programeren v2.0.xls
|  |---  Nokia_RD540.pdf
|  |---  Version differences.doc
|---  24c02_datasheet.pdf
|---  FX803_DataSheet.pdf
|---  NOKIA_R40_Servicemanual.pdf
|---  Ombouw_Nokia_RD40_PE1BVU_Deel-1.pdf
|---  RD40_Connector_Harness_Diagram.jpg
+ Software
|--+ AMAN
|  |--- AMAN_R40_V2.17_Service_DOS.zip
|  |--- AMAN_R40_V3.13_WIN.zip
|--+ CU43PROG
|  |--- 24c02.zip
|  |--- 24c02_hexdump.txt
|  |--- CU43PROG_programming_head.txt
|  |--- 24C02-conventioneel.jpg
|  |--- 24C02-SMD.jpg
|  |--- RD40_Service_EEprom_Location.jpg
|  |--- RD40_Service_EEprom_Location_Foto.jpg
|  |--- RD40_Service_EEprom_Location_Large.jpg
|  |--- RD40_Service_EEprom_Schematic.jpg
|  |--- RD40_Service_EEprom_Schematic_2.jpg
|--+ RD40Calc
|  |--- RD40Calc.exe
|  |--- RD40Calc.jpg
|  |--- RD40Calc_About.jpg
|  |--- RD40Calc_Help.jpg
|  |--- RD40Calc_Help_Content.jpg

Links

Hieronder een aantal links waar informatie over de RD40 gevonden is:

http://www.hotforum.nl/forum/punt540groep/356571/nokia-rd40-ombouw–70cm-nu-5-straks-250-kanalen/
http://www.pi4vad.nl/?q=node/41
http://oh3tr.ele.tut.fi/english/modifications.html#r40
http://oh3tr.ele.tut.fi/~ftp/modifications/nokia/r40/ http://oh3tr.ele.tut.fi/~ftp/modifications/nokia/r40/r40_liittimet.txt